10 mythen over het bezit van exotische huisdieren
Mythen en halve waarheden over exotische huisdieren
Eigenaren van exotische huisdieren - namelijk eigenaars van ongewone zoogdieren - zijn gemakkelijke slachtoffers van verkeerde informatie omdat hun aantal tot nu toe beperkt is. Veel groepen die gebruik maken van anti-zoo, anti-huisdier en anti-menselijk gebruik van dieren in het algemeen, richten zich op alle hobbyisten in gevangenschap die ze mogelijk kunnen overtuigen om het publiek te elimineren, vaak met behulp van halve waarheden of leugendrukstrategieën die vaak onbetwist en door de meerderheid aanvaard. Deze groepen bestaan uit maar zijn niet beperkt tot de Humane Society van de Verenigde Staten, Big Cat Rescue, het Animal Legal Defense Fund en de People for the Ethical Treatment of Animals .
Hier is slechts een kleine greep uit enkele van de belangrijkste mythen die door deze dierenrechtengroepen worden gepropageerd, evenals onjuiste veronderstellingen die het grote publiek vaak heeft over exotische huisdieren.
1. Exotische huisdieren zijn wilde dieren
Echte exotische 'huisdieren' (en zelfs diegenen die in dierentuinen aan hun lot worden overgelaten) zijn zeer uniek voor echte wilde dieren. Technisch gezien moet geen enkel dier in gevangenschap worden aangeduid als 'wild', wat staat voor een vrij levend dier dat bestaat buiten een enorme menselijke invloed.
De belangrijkste verandering in het milieu die huisdieren uniek maakt voor hun wilde tegenhangers, is het grootbrengen van mensen. Dieren die rond mensen en vooral door mensen zijn grootgebracht, ontwikkelen zich anders dan wilde dieren die door ouders zijn grootgebracht. Deze regel geldt zelfs voor honden en katten, die gewoon wilde dieren kunnen worden wanneer ze worden grootgebracht zonder menselijke socialisatie.
Als honden en katten een bepaalde leeftijd bereiken zonder blootstelling aan mensen, is het effect bijna onomkeerbaar. Dit is de reden waarom schuilplaatsen vaak wilde katten euthanaseren in plaats van ze te adopteren.
Territorialiteit in een gedomesticeerd konijn
Wat heeft geen instinct?
In wezen, wanneer iemand zegt dat iets een 'wild dier' is, hebben ze het over instincten.
De lijn tussen 'gedomesticeerd' en 'wild' gedrag is volkomen willekeurig. Mensen beschrijven 'wild' gedrag vaak als zwerven, jacht en agressie - eigenschappen die alle gedomesticeerde soorten vertonen. Sommige hondenrassen werden specifiek gefokt om deze instincten te verbeteren voor menselijk voordeel.
Castreren en neutraliseren
Veel honden en katten in onze samenleving zijn ook reproductief veranderd, waardoor hun 'problematische instincten', zoals katten sprayen of hoektanden, wanhopig je hek verscheuren om een vrouw in hitte te bereiken. Mensen kunnen erkenning geven aan selectief fokken voor tamme, niet-zwervende huisdieren wanneer een deel ervan behoort tot invasieve chirurgie.
Bij vrijwel alle gedomesticeerde soorten is de eigenschap die ze gemeen hebben een verminderde vluchtrespons en angst voor mensen (hoewel het grootbrengen van mensen nog steeds een vereiste is), maar hun instincten blijven intact, alleen verzacht door mate door lager stresshormoon secretie, in het algemeen. Veel gedomesticeerde dieren zijn ideaal om met mensen te leven omdat hun voorouderlijke wilde vormen hier ook beter geschikt voor waren.
Waar mensen het idee hebben gekregen dat gedomesticeerde dieren geen instinct of 'wild' gedrag hebben, zal ik het nooit volledig begrijpen.